VO.1 - Zit het tussen de oren? Flashcards

(19 cards)

1
Q

Vraag

A

Antwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een somatisch-symptoomstoornis?

A

Lichamelijke klachten plus disfunctionele gedachten, gevoelens of gedragingen, die lijdensdruk of beperkingen veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekent somatisatie?

A

De neiging om lichamelijke klachten te ervaren en als lichamelijke ziekte te interpreteren, zonder voldoende somatische verklaring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn aanhoudende lichamelijke klachten volgens NALK?

A

Klachten die enkele weken duren, functioneren beperken of lijdensdruk veroorzaken, met biologische, psychologische of sociale factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem een voorbeeld van een functioneel somatisch syndroom.

A

Irritable Bowel Syndrome (IBS), fibromyalgie, chronisch vermoeidheidssyndroom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen verklaarde en onverklaarde klachten?

A

Verklaard: bekende somatische of psychiatrische oorzaak. Onverklaard: functioneel somatisch syndroom of somatisch-symptoomstoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke psychische stoornissen kunnen lichamelijke klachten geven?

A

Psychose, depressie, angststoornis, anorexia nervosa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn lichamelijke symptomen van angst?

A

Droge mond, diarree, duizeligheid, tachycardie, wazig zien, tremor, hyperventilatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de criteria van somatisch-symptoomstoornis (DSM-5)?

A

1+ lichamelijke klachten, disfunctionele gedachten/gevoelens/gedrag, klachten ≥ 6 maanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn kenmerken van ziekteangststoornis (DSM-5)?

A

Preoccupatie met ziekte, weinig lichamelijke klachten, hoge angst, klachten ≥ 6 maanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is pathomimie?

A

Opzettelijk veroorzaken of voorwenden van klachten zonder extern gewin, voor de rol van zieke.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is simulatie?

A

Opzettelijk voorwenden van klachten met extern gewin, zoals geld of vrijstelling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn psychische factoren die somatische ziekte beïnvloeden?

A

Bijv. slechte therapietrouw, verergering van symptomen of belemmering van herstel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het behandeladvies bij onverklaarde lichamelijke klachten?

A

Neem klachten serieus, behandel evt. psychische stoornis, bespreek psychische invloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn effectieve behandelingen voor somatisch-symptoomstoornissen?

A

Cognitieve gedragstherapie, psychodynamische therapie, antidepressiva.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn ingrediënten van CGT bij somatische klachten?

A

Gedachtenverandering, ontspanning, exposure, activatie, probleemoplossing.

17
Q

Wat zijn Do’s bij communicatie met deze patiënten?

A

Erken klachten, geef passende geruststelling, bespreek behandelopties, check begrip.

18
Q

Wat zijn Don’ts bij communicatie met deze patiënten?

A

Zeg niet ‘het is niets’, ‘het is psychisch’ of ‘het zit tussen de oren’.

19
Q

Wat voorspelt een slechtere prognose bij SOLK?

A

Veel symptomen, ernst klachten, oudere leeftijd, katastroferende gedachten.