ZO.1 - De psychologie van emoties Flashcards
(16 cards)
Q
A
Wat is volgens de cognitieve theorie de oorzaak van een emotie?
De betekenis (gedachte) die iemand aan een gebeurtenis geeft.
Wat is het G-schema van de cognitieve theorie?
Gebeurtenis + Gedachte → Gevoel + Gedrag.
Noem drie rijpe afweermechanismen volgens de DSM-5.
Humor, anticiperen, sublimeren.
Noem drie onrijpe afweermechanismen volgens de DSM-5.
Splitsen, autistische fantasie, dissociatie.
Wat is klassieke conditionering?
Een neutrale stimulus lokt na herhaling dezelfde reactie uit als een gekoppelde reflexstimulus.
Wat is operante conditionering?
Gedrag wordt beïnvloed door de gevolgen: beloning verhoogt, straf verlaagt de kans op herhaling.
Wat is positieve bekrachtiging in operante conditionering?
Een prettige stimulus wordt toegevoegd (+S+), waardoor gedrag toeneemt.
Wat is negatieve bekrachtiging in operante conditionering?
Een onaangename stimulus wordt weggenomen (-S-), waardoor gedrag toeneemt.
Waarom leidt vermijding tot instandhouding van angst?
De persoon leert niet dat de gevreesde situatie ongevaarlijk is, dus blijft de angst bestaan.
Wat is het doel van interoceptieve exposure?
Het uitdoven van angst door herhaalde blootstelling aan lichamelijke sensaties zonder gevaar.
Hoe helpt ontspanning bij angst volgens fysiologie?
Activatie van het parasympatisch zenuwstelsel onderdrukt de sympathische respons (angst).
Wat is de laatste stap in de behandeling van angststoornissen in CGT?
Exposure in vivo: confrontatie in het dagelijks leven met de angstbron.
Wat is het verschil tussen afweer en coping?
Afweer is meestal onbewust en coping bewust, hoewel beide omgaan met emoties beschrijven.
Wat is affectisolatie?
Het scheiden van gevoelens van de gedachten waarmee ze samenhangen.
Wat is rationalisatie?
Het verbergen van de ware motivatie met geruststellende, maar onjuiste verklaringen.