VO.1 - De moeilijke patiënt Flashcards
(24 cards)
Q
A
Wat zijn pathologische symptomen bij borderline?
Automutilatie, negatief zelfbeeld/-haat, suïcidaliteit afhankelijk van context
Wat zijn normale symptomen die ook bij borderline kunnen passen?
Gedachten als ‘stem in het hoofd’, wisselingen in stemming en motivatie
Wat is het verschil tussen stemming en affect volgens de Amerikaanse methode?
Stemming is subjectief (ervaren door patiënt), affect is objectief (geobserveerd door arts)
Wat is het verschil tussen concentratie en aandacht?
Concentratie is de innerlijke ervaring (pt), aandacht is de observatie (arts)
Wat zijn de vier domeinen van persoonlijkheid in de psychopathologie?
Denken, voelen, handelen, relaties aangaan
Wat zijn de vier DSM-5 elementen van persoonlijkheidsfunctioneren binnen ‘zelf’?
Identiteit en zelfsturing
Wat zijn de vier DSM-5 elementen van persoonlijkheidsfunctioneren binnen ‘interpersoonlijk’?
Empathie en intimiteit
Wat bepaalt iemands hechtingsstijl?
Vroege interacties met primaire verzorgers
Wat kenmerkt een veilige hechtingsstijl?
Positief zelfbeeld en positieve verwachting van anderen
Wat is een angstig-gepreoccupeerde hechtingsstijl?
Positieve verwachting van anderen, negatief zelfbeeld
Wat is een afwijzend-vermijdende hechtingsstijl?
Negatieve verwachting van anderen, positief zelfbeeld
Wat is een angstig-vermijdende hechtingsstijl?
Negatief zelfbeeld en negatieve verwachting van anderen
Noem kenmerken van Cluster A persoonlijkheidsstoornissen
Vreemd, excentriek, cognitieve stoornissen, bv paranoïde, schizoïde, schizotypisch
Noem kenmerken van Cluster B persoonlijkheidsstoornissen
Dramatisch, impulsief, affectproblemen, bv borderline, antisociaal, theatraal, narcistisch
Noem kenmerken van Cluster C persoonlijkheidsstoornissen
Angstig, vermijdend, dwangmatig
Wat zijn de functies van het ego volgens psychoanalytisch model?
Bemiddelt tussen Es, Superego en buitenwereld
Wat is het verschil tussen afweer en coping?
Afweer is onbewust, coping is bewust
Wat zijn adaptieve afweermechanismen?
Anticiperen, beheersen, humor, sublimeren
Wat zijn neurotische afweermechanismen?
Intellectualiseren, verdringing, verschuiven, rationaliseren, reactieformatie
Wat zijn primitieve afweermechanismen?
Ageren, projectie, splitsen, passieve agressie, idealiseren, ontkennen
Wat gebeurt er bij afweerfalen?
Er treedt psychose op, met ernstig verlies van realiteitsbesef
Welke neurotransmitters zijn betrokken bij temperament?
Dopamine, serotonine, noradrenaline
Wat is de rol van farmacotherapie bij persoonlijkheidsstoornissen?
Ondersteunend aan psychotherapie