HC.1+2 - Organisatie van het pijnsysteem & HC.2 - Pijninhibitie Flashcards

(56 cards)

1
Q

Wat zijn de vier leerdoelen van het college over het pijnsysteem?

A
  • Organisatie van het nociceptieve systeem en TRP-kanalen
  • Sensitisatie: hyperalgesie en allodynie
  • Neuropathische pijn
  • Perceptie van pijn, pijninhibitie en placebo-werking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welek cellen aanraking druk vibratie

en welke pijn temp en jeuk. En wats de weg hiervan

A

Meissner, fachitian, ruffine en merkels

free nerve endings -> nociceptoren -> transductie -> transmissie -> perceptie -> nociceptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Placebo welke kern?

A

(Amygdala) Raphe Nucleus, parabrachia, medulare rituclaire en locus coeruleus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen nociceptieve en neuropathische pijn?

A
  • Nociceptieve pijn: ontstaat door activatie van nociceptoren bij weefselschade
  • Neuropathische pijn: gevolg van beschadiging van het zenuwstelsel zelf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn voorbeelden van sensorische systemen naast pijn?

A
  • Aanraking
  • Druk
  • Vibratie
  • Temperatuur
  • Jeuk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke vezels zijn betrokken bij pijntransmissie en wat zijn hun eigenschappen?

A

Aδ-vezels: gemyeliniseerd, 5-30 m/s
- Type I: gevoelig voor mechanisch/chemisch
- Type II: gevoelig voor hitte
C-vezels: ongemyeliniseerd, <2 m/s, vaak polymodaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nociceptor vs non-nociceptive thermoreceptor

A

als warmer wordt gaat nociceptor meer activeren, als het gevaarlijk wordt. Therma gaat in plateau en is meer voor de thermosensatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke vezels geven prikkende pijn en welke geven zeurende pijn?

A
  • Prikkende pijn: Aδ-vezels
  • Zeurende pijn: C-vezels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de functie van de vrije zenuwuiteinden in nociceptieve vezels?

A
  • Fungeren als receptoren
  • Kunnen lokaal transmitters uitscheiden die andere receptoren beïnvloeden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke 2 reacties

A
  • roodheid/zwelling -> CGRP
  • neurogene ontsteking -> mastcel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke TRP-kanalen spelen een rol in pijn- en temperatuurwaarneming?

A
  • TRPV1: gevoelig voor hitte en capsaïcine
  • Andere TRP-kanalen kunnen ook gevoelig zijn voor menthol of mosterdolie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn TRP receptoren?

A

TRP-receptoren (Transient Receptor Potential) zijn ionkanalen in celmembranen die reageren op fysieke en chemische prikkels zoals:
- Temperatuur (hitte of kou)
- Mechanische prikkeling (druk of rek)
- Chemische stoffen (zoals capsaïcine in chilipepers of menthol)

Ze spelen een belangrijke rol bij de perifere nociceptie (waarneming van pijnprikkels).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke stoffen kunnen TRP-receptoren activeren?

A
  • Hete pepers (capsaïcine)
  • Menthol
  • Mosterdolie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verschil tussen contralaterale en ipsilaterale banen in pijntransmissie?

A
  • Contralateraal: pijn en temperatuur
  • Ipsilateraal: aanraking en druk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de functie van wide dynamic range neuronen in de dorsale hoorn?

A
  • Verwerken zowel nociceptieve als niet-nociceptieve input
  • Kunnen betrokken zijn bij referred pain
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Front: Wat is referred pain (gerefereerde pijn) en hoe ontstaat het?

A

Referred pain is pijn die gevoeld wordt op een andere plaats dan waar de oorzaak zich bevindt.
Mechanisme:
- Ontstaat doordat viscerale (orgaan)afferenten en somatische afferenten op hetzelfde ruggenmergniveau binnenkomen en convergeren op dezelfde tweede orde neuron.
- Het centrale zenuwstelsel kan deze pijn verkeerd interpreteren als afkomstig van het somatische gebied.

Voorbeeld:
Hartinfarct → pijn in linkerarm, kaak of schouder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn kenmerken van sensitisatie in de dorsale hoorn?

A
  • Vorm van plasticiteit
  • Alleen geïnduceerd door C-vezels
  • Geïnduceerd door langdurige prikkeling
  • Betrokken receptoren: NMDA, substance P, CGRP
  • Blijft langer bestaan dan oorspronkelijke prikkel
  • Geen permanente veranderingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

A-beta fiber?

A

Fijne tast/proprioceptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Front: Wat wordt bedoeld met de laminaire organisatie van het pijnsysteem in het ruggenmerg?

A

De laminaire organisatie verwijst naar de gelaagde structuur van de dorsale hoorn van het ruggenmerg, waarbij verschillende soorten neuronen en zenuwvezels in specifieke lagen (laminae van Rexed) eindigen of ontspringen.
Belangrijk bij pijn:

  • Lamina I (marginale laag): ontvangt input van A-delta-vezels (scherpe pijn)
  • Lamina II (substantia gelatinosa): ontvangt input van C-vezels (doffe, brandende pijn), betrokken bij modulatie van pijn
  • Lamina V: ontvangt convergente input van nociceptieve én niet-nociceptieve afferenten

Deze organisatie maakt een gedifferentieerde verwerking en modulatie van pijnsignalen mogelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is sensitisatie in de dorsale hoorn?

A

Sensitisatie in de dorsale hoorn is een toename van de prikkelbaarheid van neuronen in de dorsale hoorn van het ruggenmerg, waardoor normale of licht pijnlijke prikkels als (heftiger) pijnlijk worden ervaren.

Mechanismen:
- Verhoogde respons op glutamaat (via NMDA-receptoren).
- Verhoogde expressie van receptoren en ionkanalen.
- Verminderde inhibitie van pijnsignalen (het blijft langer bestaan dan de prikkeling waardoor pijn werd geïnduceerd)
- Voornamelijk C-vezels

Klinische gevolgen:
Allodynie: pijn door normaal niet-pijnlijke prikkels.
Hyperalgesie: versterkte pijnrespons op pijnlijke prikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wanneer gaat magnesium weg in nmda receptor?

A

Depolarisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is het verschil tussen hyperalgesie en allodynie?

A
  • Hyperalgesie: verhoogde pijnperceptie bij pijnlijke prikkel
  • Allodynie: pijnperceptie bij normaal niet-pijnlijke prikkel
24
Q

Hoe draagt verhoogde glutamaatvrijgifte bij aan sensitisatie?

A
  • Activatie van NMDA-receptoren na deblokkerende werking van Mg2+
  • Verhoogde calciuminflux
  • Verhoogde prikkelbaarheid neuron
25
Wat gebeurt er bij axotomie van perifere zenuwen?
- Degeneratie perifere projecties - Herstel mogelijk door hernieuwde uitgroei - Chemische veranderingen in ganglioncel
26
Wat kan er ontstaan indien geen herstel optreedt na axotomie?
- Kans op ontwikkeling van neuropathische pijn
27
Welke hersengebieden zijn betrokken bij de perceptie van pijn?
- Somatosensorische cortex: discriminatieve component (lokalisatie) - Insula en gyrus cinguli: affectieve component (emotionele beleving)
28
Wat houdt discriminatieve component in?
De discriminatieve component van pijn betreft het vermogen om: De locatie, De intensiteit, en De duur van pijn waar te nemen. Deze component wordt verwerkt in de somatosensibele cortex via de tractus spinothalamicus.
29
30
Waardoor wordt neuropathische pijn veroorzaakt?
Door spontane activiteit van beschadigde zenuwvezels (zoals bij neuroma), onafhankelijk van nociceptieve prikkels.
31
Wat gebeurt er bij een neuroma dat leidt tot neuropathische pijn?
- Ectopische impuls generatie - Accumulatie van Na+-kanalen - Vezels prikkelen elkaar
32
Wat gebeurt er op DNA-niveau in DRG's bij regeneratie van perifere zenuwen?
Er vinden veranderingen plaats in genexpressie tijdens het regeneratieproces.
33
Welke vormen van sensibiliteit worden onderscheiden in opstijgende banen?
- Gnostische sensibiliteit: fijne tast en proprioceptie - Vitale sensibiliteit: nociceptie, temperatuur, jeuk en grove tast
34
Wat is de functie van de somatosensibele cortex bij pijn?
Lokalisatie van de pijnprikkel, oftewel de discriminatieve component van pijn.
35
Welke hersengebieden zijn betrokken bij de emotionele beleving van pijn?
De insula en de gyrus cinguli – de affectieve component van pijn.
36
Wat veroorzaakt activatie van de insula bij pijn?
- Achterste insula: intrinsieke pijnperceptie - Voorste insula: sociale/emotionele associaties zoals walging of seksueel gedrag
37
Wat is het effect van een placebo op pijnperceptie?
Activatie van het 'expectation center' in de hersenen leidt tot verminderde pijnervaring, zelfs zonder farmacologische werking.
38
Wat blijkt uit de vergelijking tussen een zichtbaar en verborgen toegediende pijnstiller?
De zichtbaar toegediende pijnstiller heeft een sterker effect door activatie van verwachting-gerelateerde hersengebieden.
39
Welke neurotransmitters zijn betrokken bij centrale pijninhibitie?
- Noradrenaline - Serotonine - GABA
40
Welke neurotransmitter kan bijdragen aan pijnfacilitatie?
Glutamaat
41
Wat houdt de poorthypothese van Melzack & Wall in?
Pijninhibitie via activatie van Aβ-vezels die de transmissie van nociceptieve signalen in het ruggenmerg onderdrukken.
42
Waarvan is activatie van het analgesie-systeem afhankelijk?
Van de context, inclusief verwachting, aandacht en eerdere ervaringen.
43
Wat is de rol van het PAG in pijncontrole?
Het PAG (periventriculaire grijze stof) stuurt afdalende pijninhiberende systemen aan, o.a. via de medulla.
44
Wat is de definitie en functie van jeuk?
- Definitie: onplezierige sensatie die krabdrang oproept - Functie: 1. verwijderen van parasieten en 2. starten van genezingsproces door weefsel beschadiging op te wekken
45
Waarom zijn pijn en jeuk verwant aan elkaar?
- Gedeelde anatomische routes - Zelfde neuronen in dorsale hoorn - Zelfde hersengebieden actief in fMRI - Geen pijn = geen jeuk
46
Waarom zijn pijn en jeuk verschillend van elkaar?
- Opioïden remmen pijn maar kunnen jeuk veroorzaken - Pijn onderdrukt jeuk - Jeuk alleen in huid - Verschil in functie
47
De activiteit van de volgende structuur gaat omlaag tijdens het placebo effect:
Rostral Anterior Cingulate Cortex
48
Front
Back
49
Wat is de functie van het affectieve pijnsysteem?
Het affectieve pijnsysteem is verantwoordelijk voor de emotionele en motivatieaspecten van pijn. Het zorgt ervoor dat pijn onplezierig wordt ervaren en speelt een rol in het vermijden van pijnlijke stimuli.
50
Welke hersenstructuren zijn betrokken bij het affectieve pijnsysteem?
Belangrijke hersenstructuren zijn: - Thalamus: schakelt signalen naar hogere gebieden door - Anterieure cingulate cortex (ACC): betrokken bij de emotionele beleving van pijn - Insula: integreert sensorische input met emotionele betekenis - Amygdala: betrokken bij angst en conditionering van pijnervaringen
51
Wat is de rol van de insula in het affectieve pijnsysteem?
De insula speelt een centrale rol in de integratie van sensorische prikkels met emotionele reacties. Zij helpt bij het bewust worden van pijn en verbindt lichamelijke sensaties met emoties zoals angst, walging en lijden.
52
Wat is de rol van de thalamus in het affectieve pijnsysteem?
De thalamus fungeert als een schakelstation dat pijnsignalen vanuit de hersenstam doorstuurt naar de insula en anterieure cingulate cortex. Specifieke nuclei (zoals de mediale thalamus) zijn betrokken bij de affectieve beleving van pijn.
53
Wat is de rol van de somatosensory cortex in pijnwaarneming?
De somatosensory cortex (met name de primaire somatosensory cortex, S1) is onderdeel van het discriminatieve pijnsysteem. Ze helpt bij het lokaliseren, kwantificeren en karakteriseren van pijn.
54
Wat is de functie van het discriminatieve pijnsysteem?
Het discriminatieve pijnsysteem zorgt voor de verwerking van: - Locatie van de pijn - Intensiteit van de pijn - Tijdsduur van de pijn Dit systeem helpt bij het objectief waarnemen van pijnprikkels.
55
Welke hersengebieden zijn betrokken bij het discriminatieve pijnsysteem?
De belangrijkste gebieden zijn: - Thalamus (laterale nuclei): schakeling naar corticale gebieden - Primaire somatosensory cortex (S1): lokalisatie en intensiteit van pijn - Secundaire somatosensory cortex (S2): verwerking van complexere aspecten van pijn - Posterior insula: integratie met lichaamsbewustzijn
56
Werk nog ff die laminas uit, staat in dia, is belangrijk denk ik. Die ene waar die vezels binnen komen enz
pls