ZO.5 - De manische patiënt Flashcards

(24 cards)

1
Q

Vraag

A

Antwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de definitie van een bipolaire stoornis?

A

Een ernstige psychiatrische stoornis met (hypo)manische en depressieve episoden, afgewisseld met symptoomvrije periodes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen een unipolaire en bipolaire stoornis?

A

Bij unipolair alleen depressie; bij bipolair ook (hypo)manie of manie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe groot is in Nederland de life-time prevalentie van de bipolaire stoornis?

A

1,2 - 1,4%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Is de prevalentie bij vrouwen groter, kleiner of gelijk aan die bij mannen?

A

Gelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de gemiddelde ontstaansleeftijd van de bipolaire stoornis?

A

Tussen 15-25 jaar, tweede piek 45-55 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem zes DSM-5 symptomen uit casus Pieter Overduin

A

Spreekdrang, doelgerichte activiteit, gedachtenvlucht, grootheidswanen, prikkelbare stemming, risicovol gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem twee extra DSM-5 symptomen niet genoemd door Pieter Overduin

A

Verminderde slaapbehoefte, verhoogde afleidbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke symptomen zijn vereist voor de diagnose hypomanie/manie?

A

Minimaal 4 dagen (hypomanie) of 1 week (manie) abnormale stemming + verhoogde energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoeveel aanvullende symptomen zijn vereist?

A

Minstens drie van de overige symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Heeft Pieter Overduin een bipolaire-I- of bipolaire-II-stoornis?

A

Bipolaire-I-stoornis; manie met psychose en opname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk soort wanen past meer bij een bipolaire stoornis dan bij schizofrenie?

A

Stemmingscongruente wanen zoals grootheids- of schuldwanen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen bipolaire stoornis en schizofrenie qua beloop?

A

Bipolair: episodisch beloop met herstel; schizofrenie: chronisch verloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke problemen staan vaker voorop bij borderline dan bij bipolair?

A

Interpersoonlijke problemen en reactiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil in beloop tussen borderline en bipolair?

A

Borderline: continu beloop; bipolair: episodisch beloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem 4 somatische aandoeningen die manie kunnen veroorzaken

A

Hyperthyreoïdie, CVA, hersentumoren, vitamine B12 deficiëntie

17
Q

Noem 4 geneesmiddelen of stoffen die manie kunnen veroorzaken

A

Antidepressiva, corticosteroïden, amfetamine, cocaïne

18
Q

Kunnen positieve levensgebeurtenissen manie uitlokken?

A

Ja, vooral manie na positieve gebeurtenissen

19
Q

Welke twee factoren kunnen nog meer een episode uitlokken?

A

Verstoord slaapritme, alcohol/drugs

20
Q

Wat is de belangrijkste etiologische factor bij bipolaire stoornis?

A

Erfelijkheid (heretabiliteit ~85%)

21
Q

Bestaat de behandeling uit medicatie en structuur? Licht toe

A

Ja, medicatie + structuur in het leven essentieel in acute en onderhoudsfase

22
Q

Wat is de eerste keus stemmingsstabilisator en hoe doseren?

A

Lithium, op geleide van bloedspiegel (0.6–1.2 mmol/L)

23
Q

Noem zes bijwerkingen van lithium

A

Dorst, fijne tremor, misselijkheid, polyurie, gewichtstoename, hypothyreoïdie

24
Q

Hoelang lithium doorgebruiken na stemmingsepisode?

A

Levenslang bij ≥3 episoden of bij familiaire belasting