PD.3 - Een depressieve patiënt Flashcards

(15 cards)

1
Q

Front

A

Back

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke drie vormen van depressieve klachten worden onderscheiden?

A
  • Beperkte depressie
  • Dysthyme stoornis (persisterend depressieve stoornis)
  • Depressieve stoornis (licht, matig, ernstig met melancholische kenmerken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de DSM-criteria voor een depressieve stoornis?

A
  • Sombere stemming of verlies van plezier
    + ≥4 van de volgende: schuldgevoelens, slaapproblemen, minder eetlust, angst, libidoverlies, vermoeidheid, suicidaliteit, hypochondrie
  • Duur ≥14 dagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil in effectiviteit tussen antidepressiva en psychotherapie bij depressieve stoornissen volgens DSM?

A

Beide zijn even effectief bij depressieve stoornis zonder melancholische kenmerken; effectiviteit is gemiddeld ~50%, met ~35% placeborespons.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn kernkenmerken van een depressie met melancholische kenmerken?

A
  • Anhedonie of geen stemmingsreactiviteit
  • Dagschommeling
  • Vroeg ontwaken
  • Psychomotore remming/agitatie
  • Anorexie/gewichtsverlies
  • Buitensporige schuldgevoelens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de effectiviteit van antidepressiva bij melancholische depressie?

A

True drug response: 60% effectiviteit – 15% placebo = 45%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil in placeborespons tussen melancholische en niet-melancholische depressie?

A
  • Melancholisch: ~15%
  • Niet-melancholisch: ~35%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de kenmerken van een depressie met psychotische kenmerken?

A
  • Hopeloosheid en anhedonie
  • Vrijwel altijd melancholische kenmerken
  • Wanen (schuld, armoede)
  • Zelden hallucinaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de prevalentie van psychotische depressie bij opgenomen patiënten?

A

Ongeveer 30%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het ‘basisalgoritme’ voor de behandeling van depressie?

A
    1. SSRI, venlafaxine, TCA
    1. CGT of IPT
    1. Switch naar ander AD
    1. Lithium additie
    1. Klassieke MAO-remmer
    1. ECT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de vereisten voor psychotherapie bij depressie?

A
  • Geen ernstige depressie (geen anhedonie, geen melancholie)
  • Normale intelligentie
  • Psychologiserend vermogen
  • Motivatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de effectiviteit van ECT bij melancholische depressie?

A

ECT is effectief bij depressie met melancholische kenmerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de effectiviteit van lithiumadditie bij depressie met melancholische kenmerken?

A

Lithiumadditie is (zeer) effectief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de effectiviteit van psychotherapie bij depressie met melancholische kenmerken?

A

Psychotherapie is in de acute fase niet effectief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke behandelingen zijn effectief bij depressie zonder melancholische kenmerken?

A
  • SSRIs, TCAs en venlafaxine
  • CGT en IPT
  • MAO-remmers
  • Running therapy
  • Lithiumadditie is onduidelijk, ECT waarschijnlijk niet effectief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly