ZO.4 - De depressieve patiënt Flashcards

(31 cards)

1
Q

Vraag

A

Antwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer is een sombere stemming pathologisch?

A

Als de intensiteit en duur niet in verhouding staan tot de aanleiding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen een depressieve episode, depressieve stoornis en depressieve-stemmingsstoornis?

A

Episode = tijdelijke pathologische somberheid; stoornis = één of meer episoden; stemmingsstoornis = overkoepelende term voor diverse stemmingsstoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is er verschil tussen depressieve episode bij depressieve stoornis of bij bipolaire stoornis?

A

Nee, criteria zijn gelijk; verschil zit in (hypo)manische episoden bij bipolair.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Life-time prevalentie depressieve-stemmingsstoornissen NL?

A

Ongeveer 19%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verschil prevalentie depressie tussen mannen en vrouwen?

A

Ja, 2x zo hoog bij vrouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de kernsymptomen van een depressieve episode volgens DSM-5?

A

Sombere stemming, verlies van interesse of plezier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn overige symptomen van een depressieve episode volgens DSM-5?

A

Verandering eetlust, slaap, energieverlies, waardeloosheid, concentratieverlies, suïcidegedachten, psychomotorische verandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe lang moeten symptomen aanwezig zijn voor depressieve episode?

A

Minimaal twee weken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoeveel symptomen zijn minimaal vereist voor depressieve episode?

A

Vijf of meer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke symptomen moeten sowieso aanwezig zijn bij depressieve episode?

A

Sombere stemming of verlies van interesse/plezier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn melancholische kenmerken bij depressie?

A

Anhedonie, geen stemmingsverbetering, vroeg wakker, remming/agitaties, eetlustverlies, schuld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn psychotische kenmerken bij depressie?

A

Stemmingscongruente wanen (schuld, armoede, zonde).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn atypische kenmerken bij depressie?

A

Stemminsreactiviteit, gewichtstoename, hypersomnie, vermoeidheid, sensitiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe onderscheid je rouw van depressie?

A

Rouw is passend, tijdelijk en verbetert spontaan. Depressie kent o.a. schuld, suïcidegedachten, remming, functionele beperking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe onderscheid je depressie van angststoornis?

A

Bij depressie ernstiger depressieve symptomen, treden eerder op dan angstklachten.

17
Q

Hoe onderscheid je depressie van psychosespectrumstoornis?

A

Depressie: wanen stemmingscongruent, samen met andere symptomen. Psychose: wanen vaak incongruent, losstaand.

18
Q

Hoe onderscheid je depressie van neurocognitieve stoornis?

A

Bij depressie wel bewust van geheugenklachten, snelle onset. Dementie: trager, minder besef.

19
Q

Noem 4 somatische aandoeningen die depressie kunnen veroorzaken.

A

Parkinson, Alzheimer, hypothyreoïdie, B12-tekort.

20
Q

Noem 4 middelen die depressie kunnen veroorzaken.

A

Corticosteroïden, cytostatica, anticholinergica, methyldopa.

21
Q

Wat zijn biologische, psychologische en sociale factoren bij depressie?

A

Bio: erfelijkheid, ziekten. Psy: persoonlijkheid, coping. Soc: steun, werkdruk.

22
Q

Kunnen positieve gebeurtenissen ook depressie uitlokken?

A

Ja, door bijv. stress bij geboorte kind of verhuizing.

23
Q

Beleid bij lichte depressie <3 maanden?

A

Psycho-educatie en leefstijladviezen.

24
Q

Beleid bij matige depressie >3 maanden, patiënt wil therapie?

A

Psychotherapie is passend.

25
Behandeling depressie met melancholie?
TCA op geleide van bloedspiegel.
26
Na 6 maanden klachtenvrij met TCA, mag je stoppen?
Ja, afbouwen over maanden om terugval/discontinuatieklachten te voorkomen.
27
Wat als eerder depressie op 42e?
Minimaal 1 jaar doorbehandelen.
28
Wat als TCA niet werkt?
Lithiumadditie of MAO-remmer.
29
TCA voor oudere man met orthostase?
Nortriptyline.
30
Antidepressivum bij post-myocardinfarct?
SSRI.
31
Droge mond, sufheid, orthostase: welk middel?
TCA zoals imipramine.