ZO.6 - Leefstijlpsychiatrie Flashcards

(16 cards)

1
Q

Q

A

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem een voorbeeld van hoe medicatie invloed heeft op leefstijl bij psychiatrische aandoeningen.

A

Olanzapine veroorzaakt gewichtstoename, toegenomen eetlust en sufheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem een voorbeeld van hoe symptomen invloed hebben op leefstijl bij psychiatrische aandoeningen.

A

Negatieve symptomen zoals initiatiefverlies en terugtrekking bemoeilijken leefstijlverandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem een systemische factor die leefstijl beïnvloedt bij psychiatrische aandoeningen.

A

Stigmatisering en sociale uitsluiting, zoals in het wijkcentrum bij de patiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel korter leven mensen met een psychiatrische aandoening gemiddeld?

A

Gemiddeld 8 jaar korter, bij ernstige psychiatrische aandoeningen tot 15 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke aanpak is het meest succesvol: integrale aanpak of afzonderlijke interventies?

A

Een integrale aanpak is het meest succesvol voor duurzame verbetering van gezondheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem zes factoren die het succes van leefstijlinterventies vergroten.

A

Gekwalificeerde professionals, sociale component, haalbare doelen, multidisciplinair team, leefstijl van zorgverlener, organisatiecultuur en prioriteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke vier leefstijl-pijlers moet je uitvragen bij psychiatrische patiënten?

A

Voeding, beweging, slaap, middelengebruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de juiste uitleg over effect van middelengebruik op psychische klachten?

A

Gebruik vergroot risico op psychiatrische stoornissen; stoppen verbetert functioneren en kwaliteit van leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Naar wie kun je verwijzen voor hulp bij stoppen met roken? (noem er 3)

A

Huisarts, POH-GGZ, stoppen met roken coach (bijv. via ikstopnu.nl).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voldoet iemand die weinig beweegt en 8 uur zit aan de beweegrichtlijn?

A

Nee, niet aan 150 min/week matig-intensieve activiteit en zitperioden worden niet onderbroken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het preventieve effect van fysieke activiteit op angst en depressie?

A

Verlaagt kans op angststoornissen met 18,5–48% en depressie met 10–21%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het curatieve effect van fysieke activiteit op angst en depressie?

A

Licht-matige depressie en angstsymptomen verbeteren met 2-3x/week 45-60 min activiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem twee adviezen om beter voor te bereiden op de nachtrust.

A

Sport vroeg op de dag; geen cafeïne of alcohol voor het slapen; ontspan een uur van tevoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem twee adviezen over het tijdstip van slapen.

A

Houd vaste bed- en opsta-tijden aan; doe geen dutjes overdag; blijf niet onnodig lang op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de eerstelijns behandeloptie bij slaapproblemen?

A

Cognitieve gedragstherapie voor insomnie (CGT-I), bijv. via i-sleep.nl of snelbeterinjevel.nl.