PD.3 - Voorbijgaande uitval Flashcards

(21 cards)

1
Q

Vraag

A

Antwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een functioneel-neurologisch symptoom (FNS)?

A

Een neurologisch symptoom zonder aantoonbare somatische oorzaak, met inconsistentie in presentatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn somatische differentiaaldiagnoses bij FNS?

A

CVA, epilepsie, migraine, MS, hypoglycemie, syncope, encefalitis, lues, intoxicaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de FABS-score?

A

Score om conversiestoornis van CVA te onderscheiden; >3 = 90% kans géén infarct.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn psychiatrische differentiaaldiagnoses bij FNS?

A

Paniekaanval, dissociatieve stoornis, ziekte-angststoornis, katatonie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is la belle indifférence?

A

Schijnbare afwezigheid van lijdensdruk bij FNS, geen specifiek kenmerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn kenmerken bij lichamelijk onderzoek van FNS?

A

Afleiding vermindert symptomen, aandacht verhoogt ze; inconsistente presentatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het teken van Hoover?

A

Toename van kracht bij aangedane been bij aanspanning van contralaterale heupbuiger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wijst op FNS bij bewegingsstoornissen?

A

Tremor verandert met aandacht; entrainment.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is kenmerkend voor FNS bij wegrakingen?

A

Duur > 2 min, ogen gesloten, geen postictale fase, suggestibiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe behandel je FNS acuut?

A

Veiligheid bieden, suggestieve technieken gebruiken, benoemen en uitleggen van diagnose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat moet je vermijden bij uitleg over FNS?

A

Zeg niet ‘het is stress’ of ‘het zit tussen de oren’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een goede uitleg over FNS voor de patiënt?

A

‘Hardware is intact, maar software is vastgelopen’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn behandelmogelijkheden voor FNS?

A

Fysiotherapie, CGT, hypnotherapie, psychodynamische therapie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn symptomen van katatonie?

A

Stupor, katalepsie, rigiditeit, mutisme, echopraxie, grimasseren, hyperactiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is flexibilitas cerea?

A

Ledematen blijven in de stand waarin ze gebogen worden, als van was.

17
Q

Wat zijn symptomen van limbische encefalitis?

A

Geheugenstoornissen, epileptische aanvallen, verwardheid, psychiatrische symptomen.

18
Q

Wat is NMDAR-encefalitis?

A

Auto-immuun encefalitis door antistoffen tegen NMDA-receptor, vaak bij jonge vrouwen met teratoom.

19
Q

Wat is de behandeling van NMDAR-encefalitis?

A

Tumor verwijderen (bijv. teratoom), corticosteroïden, plasmaferese, evt. rituximab.

20
Q

Wat is anti-GAD65 encefalitis?

A

Auto-immuun encefalitis met epileptische aanvallen, vaak therapieresistent, behandeld met IVIG en rituximab.

21
Q

Wat zijn voorbijgaande uitvalsverschijnselen?

A

Tijdelijke verlamming, gevoelsstoornissen, spraak-, zicht-, geheugen-, of evenwichtsuitval.